Wanneer de extruder met dubbele schroef draait, kunnen er soms problemen optreden met een slechte vacuümontlading of vacuümvulling. De redenen voor dit fenomeen omvatten voornamelijk het volgende:
De motortemperatuur is laag, de werkdruk is groot;
De smeltvinger van het materiaal is te laag, de circulatie is niet soepel;
De schroefsamenstelling van de extruder heeft problemen en de drukopbouw vóór de luchtuitlaat is onvoldoende.
Te snel openen;
Er zitten grote hoeveelheden stoffen met een laag smeltpunt in het materiaal, zoals een hoog vochtgehalte;
De temperatuurinstelling is niet standaard en de luchtuitlaat is niet geplastificeerd;
Het gaasscherm wordt meer geblokkeerd, wat resulteert in een verhoogde werkdruk van de motor.
Om deze redenen kunnen de volgende oplossingen worden gekozen:
Pas de apparatuur aan, zoals het vervangen van het persblok met de vacuümpoort door een persblok met een grote diameter, of het gebruik van asbestpakkingen om het persblok hier omhoog te brengen, wat bevorderlijk is voor de gasafvoer; De dubbele afvoerleiding is beter dan de enkele afvoerleiding en de algehele werkdruk zal stabieler zijn nadat het gat is vergroot. Pas de extruderschroef aan om het probleem op te lossen.
De algehele extrusietemperatuur kan op passende wijze worden verlaagd door aanpassing van de verwerkingstechnologie, en het voorste gedeelte is iets hoger en het achterste gedeelte is iets lager.
Bij feitelijk gebruik is het noodzakelijk om de juiste oplossing te kiezen op basis van de specifieke situatie. Tegelijkertijd is de juiste werking en het regelmatige onderhoud van de dubbelschroefsextruder ook erg belangrijk, wat helpt het optreden van storingen te verminderen en een soepel verloop van de productie te garanderen. Controleer bijvoorbeeld voordat u start de elektrische bedrading, watertank, voedingsschroef en draairichting van de vacuümpomp; Stel bij het opstarten de parameters van het temperatuurregelinstrument in elk verwarmingsgebied in volgens de procesvereisten, start de oliepomp en start vervolgens de motor, start de voeding op lage snelheid en zorg ervoor dat de voedingsmachine overeenkomt met de snelheid van de gastheer, en start de vacuümpomp nadat de host de stabiele werkingsstatus heeft bereikt; In geval van uitschakeling moet de normale stopvolgorde of noodstopprocedure worden gevolgd.